Sint-Eustatius; de Gouden Rots
Wie aan de Caribbean denkt, stelt zich parelwitte stranden, wuivende palmen en cocktails voor. Althans, zo dacht ik er over, totdat ik tien jaar geleden terecht kwam op Sint-Eustatius – Statia genoemd in de volksmond – en mijn complete aanname in een klap teniet werd gedaan. In negatieve zin? Absoluut niet, tot op de dag van vandaag is het mijn favoriete eiland en waan je je op Statia nog altijd in het verleden, mede omdat de tijd er stil lijkt te staan…
Wat maakt het eiland zo bijzonder? Of beter nog, wat maakt het eiland anders dan andere eilanden? Laat ik een ding voorop stellen; geen enkel eiland in de Caribbean is te vergelijken met elkaar. Dat is het mooie aan het gebied. Zo is het bijvoorbeeld letterlijk en figuurlijk een wereld van verschil op het nabijgelegen subtropische Saba (32 km verderop). Of het toeristische wat verder gelegen (50 km) Sint-Maarten. Wat Sint-Eustatius zo bijzonder maakt is dat het eiland compleet afwijkt van de standaard Caribische gedachte, ik noem het zelf een waddeneiland in de tropen met een fantastisch vriendelijke bevolking, zwarte zandstranden, volop ruïnes en hier en daar een verdwaalde palmboom.
Groots in historie
Hoe klein Sint-Eustatius qua oppervlakte is, zo groots is het in de (Nederlandse) historie. Na de ontdekking door Colombus, kwam het in 1636 in Nederlands bezit. In eerste instantie werd het vooral gebruikt voor de verbouwing van tabak en suiker. Wist je dat het eiland ook de belangrijkste doorvoerhaven van de Caribbean was? Dagelijks arriveerden wel 20 schepen en de ankerplaats voor de kust van hoofdstad Oranjestad kon wel 200 schepen aan. In hoogtij-jaar 1779 legden meer dan 3000 schepen aan afkomstig uit Azië, Amerika en Europa. Niet voor niets werd het eiland ook wel Gouden Rots (Golden Rock) genoemd. Handelswaar uit de hele wereld werd opgeslagen in de pakhuizen aan de benedenstad. Daar zijn nu nog altijd de restanten van te bewonderen.
In hoogtij-jaar 1779 legden meer dan 3000 schepen aan afkomstig uit Azië, Amerika en Europa. Niet voor niets werd het eiland ook wel Gouden Rots (Golden Rock) genoemd.
Sint-Eustatius heeft, onder leiding van gouverneur Johannes de Graaff, als eerste gebied ter wereld de huidige Verenigde Staten in 1776 met saluutschoten erkent. Voor het eiland zelf een slechte zet, 4 jaar later ontketende Groot-Brittanië een oorlog met Nederland die ruim 4 jaar duurde. Het eiland werd in 1781 door Britse admiraal Rodney – welke een persoonlijke hekel aan het eiland had – beroofd van al diens rijkdom. Daarna wist de economie nog even kort te floreren, maar nooit meer zoals voorheen. Sint-Eustatius raakte in verval…
De tijd lijkt er stil te staan
Dit is op de dag van vandaag terug te zien. Op grote delen van het eiland tref je (restanten van) oude pakhuizen, forten, potscherven en kanonnen. Het is alsof je door een geschiedenisboek wandelt. Als je jezelf even net zo machtig als de grootheden van vroeger wilt voelen, ga dan naar Fort de Windt. Het is gelegen in het uiterste zuidoosten van Statia. De weg loopt hier dood, een fantastisch intact klein fort compleet met kanonnen wacht hier op je. Het fort biedt een adembenemend uitzicht op Saint Christopher (Saint Kitts) en Nevis. Ik heb me laten vertellen dat je in deze zeestraat zelfs met een beetje geluk walvissen kunt spotten in het juiste seizoen. Maar ga er ook eens ’s avonds heen. Je wordt getrakteerd op een kraakheldere sterrenhemel, lichtjes aan de horizon en het geluid van golven diep beneden die kapot slaan in de branding…
This post is also available in: English